Vordering inzage
Vordering inzage: vorderingen, bijvoorbeeld tot betaling van schadevergoeding, kunnen in rechte worden toegewezen, indien voldoende bewezen (bij betwisting door de wederpartij). Dat geldt in civiele zaken.
En dat geldt bijvoorbeeld ook in strafzaken: voor een veroordeling van de verdachte is voldoende bewijs nodig.
Soms ontbreekt voldoende bewijs en dan bestaat civielrechtelijk de mogelijkheid om zgn. bewijsbeslag te leggen, bijvoorbeeld op de administratie van de wederpartij.
Dit teneinde te pogen meer bewijs te verzamelen.
Nadat beslag is gelegd, dient de eisende partij/beslaglegger een zgn. vordering inzage ex art. art. 843a Rv bij de rechtbank in te dienen. De eisende partij vraagt dan in feite toestemming om de van de wederpartij beslagen bescheiden te mogen inzien.
Artikel art. 843a Rv lid 1 en 2
De wetsartikelen over de vordering inzage luiden als volgt:
- Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.
- De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop inzage, afschrift of uittreksel zal worden verschaft.
Vordering inzage: criteria volgens rechtbank en Hof.
Afgelopen jaren heb ik een partij bij de rechtbank en in hoger beroep bijgestaan in een zaak die op bedoelde vordering inzage ex art. art. 843a Rv betrekking had.
De wederpartij verdacht mijn klant van onrechtmatig handelen en oneerlijke concurrentie, had bewijsbeslag op administratie gelegd en vorderde o.a. op de voet van de art. 843a Rv inzage in een aantal door het bewijsbeslag getroffen bescheiden.
De rechtbank heeft de vordering inzage van de wederpartij afgewezen. Wederpartij ging in hoger beroep.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Ook in hoger beroep ving de wederpartij dus bot.
Het Hof heeft, samengevat, over de vordering inzage het volgende overwogen:
- “Degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, dient zodanige feiten en omstandigheden te stellen en met reeds voorhanden bewijsmateriaal te onderbouwen, dat de gestelde onrechtmatigheid/inbreuk voldoende aannemelijk is.
- De vraag wat in het kader van een vordering uit hoofde van art. 843a Rv respectievelijk artikel 1019a Rv als een ‘voldoende’ mate van aannemelijkheid kan worden beschouwd, kan niet in algemene zin worden beantwoord.
Het komt steeds aan op een waardering van de stellingen en verweren van partijen en de overtuigingskracht van het eventueel reeds overgelegde bewijsmateriaal.
Daarbij is uitgangspunt dat niet behoeft te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op (dreigend) onrechtmatig handelen c.q. een (dreigende) inbreuk gebaseerde (verbods)vordering (…..). - Appellante heeft in het licht van de gemotiveerde betwisting door geïntimeerden (“gedaagden in eerste aanleg / in hoger beroep”) onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld om haar stellingen/grondslagen in zodanige mate als aannemelijk te kwalificeren dat dat tot toewijzing van de gevorderde exhibitie (inzage) moet leiden.
Het komt erop neer dat appellante vermoedt dat in de bedrijfsadministratie digitale gegevens zijn te vinden waarvan zij vermoedt dat die steun kunnen geven aan haar stellingen. Daarvoor is artikel 843a Rv niet geschreven.
Tenslotte heeft de wederpartij tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld, waarbij mijn klant is bijgestaan door cassatieadvocaten.
Vordering inzage: zo denkt de Hoge Raad er over
De Hoge Raad behandelt de heersende jurisprudentie over de vordering inzage en volgt daarbij het arrest van het Hof. De Hoge Raad oordeelt vervolgens, kort gezegd:
“Degene die inzage etc. verlangt om een door hem vermoede tekortkoming of onrechtmatige daad te kunnen aantonen, zal derhalve gemotiveerd zodanige feiten en omstandigheden dienen te stellen en met eventueel reeds voorhanden bewijsmateriaal moeten onderbouwen, dat voldoende aannemelijk is dat die tekortkoming of onrechtmatige daad zich heeft voorgedaan of dreigt voor te doen.”.
Waarna de Hoge Raad weer de overwegingen/beslissingen van het Hof tot de hare maakt (conform punt 2 hierboven) en de Hoge Raad daaraan – kort gezegd – nog toevoegt dat aan de mate van aannemelijkheid van de gestelde onrechtmatige daad bij de beoordeling van een vordering tot inzage hogere eisen worden gesteld dan bij de beoordeling van een verzoekschrift strekkende tot het in beslag mogen nemen van bewijsmateriaal.
De Hoge Raad concludeert dat het hof ter zake van de vordering inzage de juiste maatstaf heeft aangelegd, waarna de Hoge Raad heeft beslist het beroep van wederpartij te verwerpen.
Het komt er aldus op neer dat een vermoeden onvoldoende grondslag vormt om – na bewijsbeslag – een vordering inzage ex art. art. 843a toegewezen te kunnen krijgen.
Er dient ter zake reeds voorhanden bewijsmateriaal te zijn, waarmee reeds voldoende aannemelijk is (te maken) dat de gestelde tekortkoming of onrechtmatige daad zich heeft voorgedaan of dreigt voor te doen.
Heeft u over dit onderwerp vordering inzage vragen, dan ben ik u graag van dienst.
Berkel-Enschot, 18 augustus 2020
Auteur van dit artikel © :
mr. Enno Schets
Advocaat
Schets Advocatuur
013-5331752
06-57644156
Zie www.schetsadvocatuur.nl
Dit blog artikel is met aandacht geschreven, doch is algemeen van karakter en van informatieve aard. Deze algemene informatie kan niet of verminderd van toepassing zijn, zulks afhankelijk van de specifieke omstandigheden van uw situatie. Dit blog artikel dient derhalve niet als concreet juridisch advies te worden beschouwd. Elke situatie staat op zich en behoeft normaliter maatwerk. Schets Advocatuur aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik en de gevolgen van het gebruik van de informatie uit dit blog artikel.
Deel dit artikel, kies uw platform!
Vraag of afspraak?
Voor vragen of een afspraak kan vrijblijvend contact worden opgenomen via:
- telefoonnummer 013-5331752 of 06-57644156;
- email: info@schetsadvocatuur.nl